donderdag 9 april 2015

Henk Poeder



Ik krijg vaak de vraag van mensen: "Wie is toch Henk Poeder..?". Iedere veiling hebben we leuke werken die door Poeder zijn geschilderd en voor de veiling zijn ingebracht. Ook bij collega-veilinghouders in het land kunt u werken van Henk tegenkomen. Wie is Henk..? Henk werd op 27 februari 1964 in het Zeeuwse Rilland Bath geboren als zoon van een militair. Omdat vader gestationeerd werd op de Veluwe is het gezin eind jaren 60 naar Ede verhuisd. Googelend op de naam Poeder zult u nog een Henk Poeder aantreffen, het gaat hier om zijn opa (1897-1958) die ook getalenteerd schilder was. Opa, geboren in Assen, heeft vele heidegezichten geschilderd, vaak met bloeiende brem. Ook heeft hij voor een aantal boeken de illustraties verzorgd. "Onze" Henk is een echt natuurmens. Met bewondering voor de natuur, in het bijzonder voor vogels, konijnen, herten en muizen, en zijn waardering voor de schilder Rien Poortvliet, maakt hij vooral leuke kleine werken die voor ieder toegankelijk zijn. Ook maakt Poeder, geïnspireerd door o.a. Henk Helmantel, realistische stillevens. Een kom met eieren, een pot met knikkers, een kratje met verfattributen en een tafel met leuk speelgoed. In de kinderstoel was Henk al met regelmaat aan de slag met potlood en krijt. Reeds op 18-jarige leeftijd heeft Henk al geëxposeerd in Ede, in de Notaris Fischerstraat. Zijn eerste schilderijtje heeft hij gemaakt toen hij 12 jaar was. Na 6 jaar durfde Henk het aan om aan een expositie deel te nemen. Omdat hij iets te jong was om mee te mogen doen aan een wedstrijd in Arnhem, loog hij over zijn leeftijd maar won wel de publieksprijs. Henk is volledig autodidact, heeft nooit een kunstacademie van binnen gezien maar weet zich wel staande te houden in Nederland. Sinds kort is Henk opa van een kleindochter. Wie weet, gaat het schilders bloed nog verder in deze generatie van creatieve mensen...... Veiling 20 april 2015 en volgende dagen.

Adriana Haanen



Adriana Johanna Haanen werd op 15 juni 1814 geboren in Oosterhout als tweede dochter uit een gezin met zes kinderen, waarvan er twee op zeer jonge leeftijd overleden. Haar twee broers George Gillis (1807-1881) en Remigius (1812-1894) werden net als haar oudere zus Elisabeth (1809-1845) onderwezen door vader Casparis Haanen (1778-1848) die kunsthandelaar, restaurateur en schilder was met een grote voorkeur voor taferelen bij maanlicht of kaarslicht, een genre dat we ook bij zijn kinderen aantreffen. Moeder Isabella Johanna Sangster (1777-1846) was familie van de dorpsarts Cornelis Adrianus Sangster die zich rond 1845 te Oosterbeek vestigde als arts (zie zijn lemma). Rond 1816 vertrekt Casparis met zijn gezin naar Utrecht en in 1830 vestigde het gezin zich in Amsterdam. Op negentienjarige leeftijd laat ze zien dat ze technisch al tot veel in staat is. Daar maakte Adriana Johanna Haanen naam als een succesvol bloemen- en stillevenschilderes, Tussen 1841 en 1892 zendt zij veel werk in naar de tentoonstellingen van Levende Meesters die vanaf 1808 in Amsterdam, en later ook in Den Haag en andere Nederlandse steden, werden georganiseerd. In 1855 werd zij lid van kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae in Amsterdam. Enige keren deed zij haar kostbare schilderijen cadeau aan familieleden zoals aan haar “Lieve nicht Betsy Sangster”. Tot 1862 bleef Amsterdam de woonplaats van Adriana Johanna Haanen, met een onderbreking in de jaren 1846-1848, toen zij volgens verschillende catalogi van Levende Meesters in Ouderkerk aan de Amstel woonde. In 1862 voegt zij zich bij haar vriendin Maria Vos zich in 1853 te Oosterbeek had gevestigd. Ze betrokken een woning aan de Weverstraat, Adriana aan de voorzijde en Maria Vos aan de achterzijde van een woning van waaruit ze uitkeken op Bergoord waar ze later, in 1870, de “Villa Grada” zouden laten bouwen. In dat jaar hadden Adriana Johanna Haanen en Maria zo veel verdiend aan hun beider zeer gewild werk dat ze zich deze volumineuze villa konden veroorloven. Adriana stierf op 8 oktober 1895 op 81-jarige leeftijd. Zij werd begraven te Oosterbeek.

woensdag 8 april 2015

Karel Appel


Dit keer wil ik niet iets schrijven over het leven en het werk van Karel Appel maar over de herkomst van het schilderij dat op 20 april geveild zal worden. De Amsterdamse fotograaf Joop Colson (wie is er niet door gefotografeerd bij het instappen van een rondvaartboot) bewoonde vlak na de oorlog Huize Groeneveld in Baarn, plaatselijk bekend als “Het kasteel “. De excentrieke levenshouding en overmatige gastvrijheid van de Colsons zorgden ervoor dat Huize Groeneveld een ontmoetingsplaats werd voor de hoofdstedelijke bohème. Het waren met name bezoekers van de Amsterdamse artiestensociëteit De Kring die tot de gasten van de kasteelheer en zijn vrouw konden worden gerekend. Bekende mensen hebben hier tijdelijke hun intrek gehad w.o. Cees Nooteboom (schreef hier De verliefde gevangene), Bob Buys (persoonlijke vriend), Matthieu Wiegman, Wim Oepts, Kees Maks, Simon Vinkenoog, Remco Campert, Joep Vogtschmidt en vele anderen. In de tweede wereldoorlog zaten de Colsons in het verzet. Het huis aan de Johannes Verhulststraat werd een onderduikadres voor joden en in zijn fotostudio vervaardigde Colson valse persoonsbewijzen.  In 1953/1954 sloeg kindercircus Elleboog hier haar tenten op, diende het park als achtergrond voor de kinderserie Pipo de Clown en werden er opname gemaakt voor Farce Majeure. In 1961 maakte Jan Vrijman in Huize Groeneveld de documentaire “De werkelijkheid van Karel Appel”. Het werd een lastige klus. Appel liet niemand toe in zijn atelier als hij werkte, zelfs zijn vrouw was dan voor hem een ongewenste bezoeker. Toch wilde Karel wel vanuit Parijs naar Baarn komen om mee te werken aan de documentaire. Appel koos de woonkamer en wapenkamer van de familie Colson uit als locatie. De wanden werden zwart geverfd en tijdens de opnamen zouden alle verdere bewoners in het kasteel zich muisstil moeten houden. Een groot doek werd gespannen waar Appel aan zou gaan werken. In het doek werd een gat gemaakt waardoor gefilmd kon worden om zo Karel goed in zijn werk vast te kunnen leggen. Een aanslag op het privéleven van de familie Colson. De woorden van Joop waren legendarisch: “Ga je gang maar, als je de rotzooi na afloop maar opruimt”. Het werden een paar hele bijzonder weken om Karel Appel te gast te hebben en hem aan het werk te zien. Appel voelde zich na een korte tijd dan ook zeer thuis en als dank voor de enorme gastvrijheid gaf hij de familie Colson een uitsnede van een groot werk dat hij ter plaatse gemaakt had. Dit werk wordt op 20 april, rechtstreeks uit familiebezit, geveild.

donderdag 2 april 2015

Kees Verwey

Op 20 april 1900 werd in Amsterdam Kees Verwey geboren, in een familie van artistieke mensen, schilders, dichters en architecten.  Zijn vader was politiek actief en zijn broer Albert was dichter en criticus. H P Berlage, de bekende architect, was een oom van Kees. Na zijn eerste opleiding aan de School voor Kunst en Kunstnijverheid te Haarlem, doorliep hij de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam tot 1926.  Na zijn opleiding werkte hij op het atelier van Henri Frederic Boot. Kreeg, op aandringen van zijn tekenleraar op de HBS, les van Johannes Hendricus Jurres en Samuel Jessurun de Mesquita. In het ouderlijk huis in Santpoort, bevond zicht het atelier van Kees in een door Berlage ontworpen aanbouw. Kees had een bijzonder karakter, soms heel rustig, soms heel driftig opvliegerig en baldadig. Met zijn voorkomen, lang en stotterend, had hij een lastige jeugd.  Toen Kees zich in 1922 meldde voor militaire dienst, weigerde hij zijn uniform aan te nemen. Door plotselinge weerzin bevangen, besloot hij dienst te weigeren en werd tot tien maanden cel veroordeeld.  In 1925 betrok hij een onbewoonbaar verklaarde woning die veel weg had van het atelier (Rommelhok) van Boot. Hij schreef zijn moeder: “daarin is het mooiste atelier dat je je denken kunt”. Hij koos zijn eigen kunstrichting en dat komt zeker tot uiting in zijn vele bloemstillevens en portretten.  In zijn lange loopbaan heeft hij veel les gegeven aan o.a. Frans Funke, Jan Michels  en Karla Wenckebach. In 1940 ontving Verwey de Arti-prijs voor zijn stadsgezicht Binnen-Amstel bij dooiweer. In 1961 werd zijn werk bekroond met de Rembrandt Award van de stad Leiden. Tevens werd hij gevraagd om hoogleraar schilderen op de Rijksacademie te worden. Hij zag hij van af omdat hij weigerde zicht e onderwerpen aan een psychologische test. Verwey was lid en medeoprichter van de Hollandse Aquarellisten Kring.  Werken van Kees zijn te zien in het Stedelijk Museum te Amsterdam, het Singer Museum te Laren, het Haags Gemeentemuseum  en is te koop bij Derksen Veilingbedrijf in Arnhem.  Eén van de laatste uitspraken van Verwey was: “het licht dat langs de gordijnen valt, vind ik boeiender dan het hele leven dat achter me ligt”. Verwey overleed op 23 juli 1995 in Haarlem aan het Spaarne waar hij vanaf 1941 woonde. Meer informatie over het leven van Kees Verwey kunt u lezen op keesverwy.org 
Veiling 20 april 2015, op zijn verjaardag....