dinsdag 22 april 2014

Leo Gestel



Leo Gestel werd als Leendert Gestel op 22 november 1881 in Woerden geboren. Zijn vader was huisschilder en directeur van de Woerdense Avondteekenschool, van wie hij de eerste tekenlessen kreeg. Ook kreeg hij lessen van een oom uit Eindhoven. Daarna deed Leo Gestel de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijs in Amsterdam en volgde avondlessen op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Zijn vader zag een onzeker bestaan als kunstenaar echter niet zo zitten, maar in 1904 begon Leo op een zolderetage in de Tweede Jan Steenstraat in Amsterdam als kunstenaar. Deze zolderetage werd al snel de Jan Steenzolder genoemd, waar Amsterdamse kunstenaars en kunstminners elkaar ontmoetten. Gestel ontwikkelde een luministische stijl, die hij gebruikte voor het schilderen van landschappen rond Woerden. Later gebruikte hij een meer kubistische stijl en op het eind veel de expressionistische stijl. Ook werd hij beïnvloed door het fauvisme. Leo tekende ook komische taferelen en karikaturen. In 1914 bracht Gestel enige tijd door op Mallorca, samen met onder andere Mommie Schwarz. Daar maakte hij vooral kubistisch werk. Meestal bracht Gestel de zomers door in het Noord-Hollandse Bergen waar hij zich in 1921 definitief vestigde. Ook ruilde hij zijn huis wel, wat onder (Bergense) kunstenaars wel vaker gebeurde, met een collega-kunstenaar Constant Permeke in Sint-Martens-Latem. In 1923 en 1924 maakte hij een langdurige reis naar Dresden en Sicilië om daar te tekenen en te schilderen. In 1929 verwoestte een grote brand zijn atelier en veel van zijn werk, waaronder vierhonderd kunstwerken die klaar stonden voor een tentoonstelling. In 1932 werkte hij enige tijd in het vissersplaatsje Spakenburg, waar hij een reeks karakterkoppen tekende, onder andere in houtskool. In 1939 kreeg hij opdracht voor een grote wandschildering in het postkantoor van Hilversum. Omdat Gestel in 1941 overleed, werd deze schildering uitgevoerd door Charles Roelofsz, die Gestel zelf daarvoor had aangewezen. Op 26 november 1941 overleed hij op zestigjarige leeftijd in Hilversum. Veiling mei 2014

donderdag 17 april 2014

Maritiem




Als object in de picture voor de veiling van 5 mei 20147, heb ik gekozen voor een schilderij met een maritieme voorstelling. Als oud gediende van de Koninklijke Marine, gaat mijn hart nog steeds sneller kloppen als we een schilderij van dit kaliber binnen krijgen. Een tafereel van schepen op volle zee met aan de linker zijde nog een stad zichtbaar. De schepen zitten vol in hun zeilen, hebben de Nederlandse vlag flink in top en lossen schoten af. Dit werk is niet gesigneerd, gemaakt in de 18e eeuw en geïnspireerd op het werk van Willem van de Velde (de oude) 1611-1693. Willem was een Nederlands kunstschilder van voornamelijk marines. In zijn jeugd was hij zeeman en later werd hij de officiële schilder van de Nederlandse marine, en werkte in opdracht van Cornelis Tromp. Hij was gespecialiseerd in met pen op doek of paneel getekende, soms met bruin opgewassen zeeslagen. Hij is vooral beroemd om zijn schilderijen van zeeslagen tijdens de Nederlands-Engelse Oorlogen, zo schilderde hij onder meer doeken over de Vierdaagse Zeeslag, de Slag bij Duinkerke en de Slag bij Ter Heijde. In 1657 woonde hij in de Korte Koningstraat op de Lastage. Toen Cosimo III de' Medici in 1668 langs kwam woonde hij aan de Amstel. In 1672, aan het begin van de Derde Nederlands-Engelse Oorlog, verhuisde hij met zijn zoon Willem naar Engeland, waar hij in dienst trad van Karel II van Engeland. Schilderen bleek in de familie te zitten, ook zijn zoon werd een groot kunstenaar. Willem van de Velde, de Jonge (1633 – 1707) werd opgeleid door zijn vader, waarna hij op vijftienjarige leeftijd in de leer ging bij de gereputeerde zeeschilder Simon de Vlieger. Willem werd al snel beroemd. Hij was een soort tegenhanger van zijn vader Willem van de Velde de Oude wiens werk wordt gekenmerkt door realisme. Willem van de Velde schilderde in het begin meestal rustige zeegezichten met groepen vissersboten voor de kust. In 1672, aan het begin van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog, verhuisde hij samen met zijn vader naar Londen. Toen koos hij andere onderwerpen. Hij concentreerde zich op scheepsportretten van de koninklijke Engelse jachten en van oorlogsbodems. Twee jaar later, in 1674, werd Willen, in navolging van zijn vader, ook aangesteld door Karel II van Engeland.  junior mocht voor een salaris van 100 pond voor hem werken. Hij schilderde zeeslagen, vaak op basis van zijn vaders tekeningen. De Hertog van York, de latere Jacobus II van Engeland, was één van zijn beschermheren. Het beste van Van de Velde zijn de delicate en afgewerkte afbeeldingen van de Hollandse kust met Nederlandse scheepvaart. Ook de tuigage van de schepen en de vele figuren zijn zeer gedetailleerd weergegeven. De artiest wist zowel de kalme als de stormachtige zee zeer goed af te beelden. Met name in de Gouden Eeuw werden er veel marine voorstellingen geschilder. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vertrouwde op visvangst en handel over zee voor haar uitzonderlijke welvaart. Ze kreeg te maken met oorlogen tegen Groot-Brittannië en andere naties tijdens deze periode. Rivieren en kanalen doorkruisten het land. Rond 1650 waren vijfennegentig procent van alle schepen die van de Noordzee naar de Oostzee voeren Nederlands. Schilderijen met zeeslagen als onderwerp vertelden de verhalen van de Nederlandse marine op het toppunt van haar macht, alhoewel tegenwoordig eerder rustige taferelen in de smaak vallen. Het wekt daarom geen verbazing dat marines in Nederland enorm populair waren tijdens de Gouden Eeuw en de kwaliteit van de doeken van de Nederlandse schilders steeg. Zoals in de landschapschilderkunst was de wijziging van het kunstmatig verhoogd gezichtspunt van de schilder naar een laag standpunt een cruciale stap die voor het eerst werd gezet door de grote Nederlandse marinespecialist Hendrik Cornelisz. Vroom. Dikwijls voerden zelfs kleine schepen de Nederlandse driekleur. Het waren koopvaardijschepen of voeren in dienst van de Nederlandse overheid. Sommige kunstenaars specialiseerden zich in rivierscènes, van de kleine schilderijen van Salomon van Ruysdael met boten en rietoevers tot de grote landschappen van Albert Cuyp die Italiaans aandoen en waar de zon ondergaat boven een grote rivier.