zondag 25 augustus 2013

B C Koekkoek


Barend Cornelis Koekkoek werd op 11 oktober 1803 geboren in Middelburg als de oudste van vier zonen van Johannes Hermanus Koekkoek en Anna van Koolwijk. Gedurende een deel van zijn Middelburgse periode (voor 1822) was Barend Cornelis een leerling van de plaatselijke tekenacademie waar hij onderwijs van Abraham Krayestein genoot, die hem met het tekenen van landschappen vertrouwd heeft gemaakt. Barend kreeg hij les van zijn vader Johannes Hermanus Koekkoek (1778-1851) die een bekwame marineschilder was. Al vanaf zijn zeventiende levensjaar nam B.C. Koekkoek aan tentoonstellingen deel. Koekkoeks allereerste tekeningen vertolken het vredige Zeeuwse landschap. Barend studeerde onder andere aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hij was al in zijn eigen tijd beroemd om zijn romantische weergave van landschappen. "De natuur is het volmaakte schilderij" hield Koekkoek zijn toehoorders voor en dit geeft duidelijk aan wat zijn inspiratiebron was. In 1829 ontving Barend zijn eerste medaille in een lange reeks van nationale en internationale erkenningen. In 1833 trouwde hij met Elise Thérèse Daiwaille, de dochter van zijn leermeester en vriend Jean Augustin Daiwaille. Zij kregen vijf dochters. De meeste werken van Koekkoek zijn landschapsschilderijen. Zijn schilderkunst is als romantisch te bestempelen omdat het geen exacte maar poëtische weergave van de natuur is. Vaak bestaan zijn schilderijen uit een bos met een kasteel of ander gebouw op de achtergrond. De natuur beslaat het grootste gedeelte van het doek waarin mensen rondlopen, staan of zitten. Licht was een element in zijn schilderkunst, waar hij zelf veel belang aan hechtte, getuige zijn uitspraak uit 1841: "Beschouwt vooral de werking van het licht, want dat is de ziel van alles". Het vallen van het licht accentueert een gedeelte van het schilderij zodat het oog van de toeschouwer automatisch op dat gedeelte van het schilderij valt. In 1841 richtte Koekkoek een tekenacademie op in een bovenzaal van het toenmalige raadhuis aan de Grote Straat in Kleef. Tweemaal in de week tekende hij hier samen met zijn talrijke leerlingen naar levend model. Een keer in de maand corrigeerde hij samen met de leerlingen hun vrije werk. Zo ontstond in Kleef, als onderdeel van de Nederlandse romantiek, de Kleefse schilderschool. Nog een bijzonderheid van de waardering die hem ten deel viel is dat B.C. Koekkoek de Hollandse koning Willem II op een reis naar Luxemburg begeleidde. De koning droeg hem op een negental landschapschilderijen te maken. Ook heden ten dage wordt het werk van Koekkoek gewaardeerd gezien de prijzen die voor zijn werken worden betaald. De recordprijs voor een werk van B.C. Koekkoek staat op € 1.412.000, in april 2006 bij Christie’s geboden door een anonieme Russische verzamelaar. Derksen zal zijn uiterste best doen om dit record te breken. In november 1858 kreeg Koekkoek een beroerte. Hij stierf op 58-jarige leeftijd in Kleef. Op maandag 2 september wordt onder kavelnummer 41 dit werk geveild. 

vrijdag 23 augustus 2013

Victor Linford



Victor Linford werd op 21 mei 1940 in Londen geboren. Hij is van Joods-Russische-Engelse afkomst. Op de dag dat hij zijn diploma van de Camberwell School of Arts and Crafts in ontvangst neemt, vertrekt hij naar Zweden. Victor vertrekt korte tijd later naar Nederland waar hij in Enkhuizen in 1962 zijn eerste expositie kreeg. Aanvankelijk werkte hij vanuit een sociaal engagement, maar al na enkele jaren vond hij een uitdrukkingsvorm, waaraan hij zijn verdere leven trouw zou blijven, en waarbinnen hij tot grote ambachtelijke en artistieke ontplooiing kwam. Al op jonge leeftijd werd zijn voorliefde gewekt voor het surrealisme en de Jugendstil. Hij was een volstrekt eigenzinnig natuurtalent met een rondborstige inslag. Niet te beroerd voor allerhande escapades. Maar in de geconcentreerde stilte van het atelier kwamen ook andere krachten in hem naar boven. Veelvuldig is in dit verband gewezen op de ervaringen in zijn jeugd en op de invloeden vanuit zijn multiculturele afkomst. Zijn belangstelling voor sierlijkheid en extravagantie was dan voor altijd gewekt. Als Victor aan de directeur van de academie zijn eerste surrealistische werkstukken toont, wordt hem dat niet in dank afgenomen. Maar Victor liet zich niet van de wijs brengen. Victor was een natuurmysticus op heidense grondslag, een aardskunstenaar die met inkt en verf een bezielde wereld toverde, waarin hij zich veilig wist voor gruwelijkheden en angsten die ook hem niet onbekend waren. Het predicaat meesterschap verdient de schilder, doordat zijn aanpak niet alleen eigenzinnig en uniek is, maar ook en vooral toegankelijk blijkt te zijn voor velen. Hoewel zijn werk met dat van geen andere kunstenaar te vergelijken is, koesterde hij zijn leven lang een intense en brede belangstelling voor het werk van anderen. In 1998, kort voor de dood van Johfra, met wie hij vele jaren bevriend was, verdiepte hij zich met bewondering in reproducties van niet eerder door hen geziene schilderijen van de graficus Gustave Doré. Trouwens, het meesterschap van Johfra laat hem beslist niet onberoerd. Op 12 juni 2002 overleed Linford in Nijmegen. Dit werk komt op 2 september 2013 onder de hamer.

donderdag 22 augustus 2013

Wilhelmina Cornelia Drupsteen



Wilhelmina Cornelia Drupsteen werd in Amsterdam op 10 oktober 1880 geboren als enige dochter van Derk Drupsteen (Zwolle) en Sophia Agatha Maria de Ligt (Arnhem). Willy had aanleg voor tekenen. in 1897 ging ze naar de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers waarna ze de opleiding decoratieve schilderkunst volgde. In 1902 ging ze naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten, waar ze in 1906 afstudeerde. Willy Drupsteen vond haar opdrachtgevers aanvankelijk in de vrouwenbeweging en andere maatschappelijke organisaties. Zo maakte ze in 1903 modetekeningen voor het Maandblad der Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding, het orgaan van de reformbeweging. Het hoofdbestuur was echter niet tevreden en Drupsteen raakte deze opdrachtgever al snel kwijt. In 1904 verzorgde ze de vormgeving van het herdenkingsalbum bij het 25-jarig jubileum van de promotie van Aletta Jacobs. In 1908 maakte zij een tekening voor Het gulden boek voor de tuberculeuze kinderen en leverde zij bijdragen aan de tentoonstelling Kunst aan het volk. Intussen was Drupsteen in 1905 als een van de eerste vrouwelijke grafisch ontwerpers lid geworden van de Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK). Dit leverde haar veel contacten op. In 1913 leverde Willy Drupsteen een belangrijke bijdrage aan de tentoonstelling ‘De Vrouw 1813-1913’. Haar ontwerp ‘paars en groen’ werd tot winnend affiche-ontwerp uitgeroepen, omdat het doel direct en helder weergaf. Het werd ook gebruikt als omslag van de tentoonstellingscatalogus. Daarnaast maakte zij de wandschilderingen voor de entreehal van de centrale expositieruimte, waarvoor ze zich onder meer had laten inspireren door het gedicht ‘Gebroken kleuren’ van Henriëtte Roland Holst-van de Schalk, en was zij verantwoordelijk voor de vormgeving van de grafieken op de tentoonstelling. In 1919 werd Willy Drupsteen ziek en ze kreeg financiële problemen. Die werden nijpender toen haar arts haar in 1920 voorschreef een jaar lang geen opdrachten aan te nemen. Om weer op krachten te komen kuurde Drupsteen in Schoorl en verbleef zij op de Veluwe. In 1939 vertrok ze definitief uit Amsterdam om zich in Gelderland te vestigen. Zij woonde in Bennekom, Wageningen en vanaf 1950 in het kunstenaarsdorp Oosterbeek. Ze sloot zich aan bij de kunstenaarsverenigingen Pictura Veluvenis. Ook nam ze met schilderijen en tekeningen deel aan lokale tentoonstellingen. Vanaf 1955 kon zij vanwege een oogziekte niet meer werken. Van 1964 tot aan haar dood op 2 april 1966 verbleef Wilhelmina Drupsteen in het Oosterbeeks verpleeghuis De Hemelse Berg. Bij testament legateerde ze haar kunstzinnige eigendommen aan het Kröller-Müller Museum. Mooi werk in de veiling van september 2013.

woensdag 21 augustus 2013

Albertus Verhoesen


Albertus Verhoesen werd op 16 juni 1806 geboren te Utrecht als enige zoon van Johannes Marinus Verhoesen en Maria de Haart. Het schilderen zat er bij Albertus al vroeg in. Op jeugdige leeftijd kreeg hij les van o.a. Bruno van Straaten, Jan van Ravenzwaay en Pieter Gerardus van Os. Albertus heeft ook enige tijd samengewoond met B.C. Koekkoek die hem ook de kneepjes van het vak bijbracht en hem nog beter leerde kijken naar de dingen in de natuur. Verhoesen woonde en werkte te Utrecht, Hilversum en Amersfoort. In Amersfoort werd Verhoesen benoemd tot stadstekenmeester. Albertus Verhoesen heeft behalve landschappen met vee, dierenstallen, groepen met vee, etc. Naast het schilderen van runderen en schapen heeft Albertus ook een aanzienlijk aantal schilderijen met pluimvee geschilderd. In zijn stijl herkennen we de invloed van 17e eeuwse werken waarbij de stijl van Paulus Potter duidelijk te herkennen is. Met dit laatste thema is hij bekend geworden bij het grote publiek. Verhoesen gaf op latere leeftijd teken- en schilderles aan D. van Lokhorst en aan zijn zoon, Johannes Marinus Verhoesen, vernoemd naar zijn grootvader. Tentoonstellingen van de werken van Albertus werden georganiseerd te Amsterdam, Den Haag en Leeuwarden. Vele werken zijn in het bezit van het Rijksmuseum te Amsterdam, Centraal Museum te Utrecht, Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam en het Rijksprentenkabinet te Amsterdam. Naast het schilderen was Verhoesen ook kunsthandelaar. Op 24 februari 1881 overleed Albertus Verhoesen op 74-jarige leeftijd. Werk zit in de veiling van 2 september 2013.